Deze pagina is voor de mensen die zelf willen beginnen met bierbrouwen of die hun
ideëen willen uitwisselen met ons: wij houden ons aanbevolen.
STAP 1: wat heb je nodig om te brouwen?
De ingrediënten
- water.
- mout. ongeveer 1,5 kg per 10 liter bier
- hop. ongeveer 15 gram per 10 liter bier
- gist. een standaard zakje is genoeg voor maximaal 50 liter bier maar ook voor minder: je hebt minimaal een heel zakje nodig
- suiker. om de gisting te stimuleren en voor hergisting: 1 theelepel per flesje
- kruiden. eventueel toevoegen; bv. koriander
Benodigdheden voor het brouwen
- een pan van ongeveer 13 liter.
- een gistingsvat van ongeveer 27 liter met een waterslot en tapkraantje.
- een vat van ongeveer 15 liter.
- katoenen doeken om het bier mee te filteren
- een hevelslang
- een thermometer die zeker tot op hele graden nauwkeurig is
- een weegschaal tot op grammen nauwkeurig (brievenweger)
- een oude deken om het bier in te laten trekken
- pollepel, zeef, beker voor giststarter
- schoonmaakmiddel: Sterinet
Verder gebruiken wij optioneel:
- een koffiemolen om de mout te schroten
- een dichtheidsmeter voor alcoholbepaling
- kroonkurkenzetter om de flesjes af te sluiten
Je kunt ook kant-en-klare geschrote mout kopen, maar ja, je schijnt ook kant-en-klaar
bier te kunnen kopen. Wij doen bijna alles zelf.
ALLES moet goed worden schoongemaakt met Sterinet, vooral het
gistingsvat.
STAP 2: het brouwproces
Eerst wil ik opmerken dat je hiervoor eigenlijk een hele vrije zaterdag voor moet uittrekken: als je het foutloos en snel doet, dan ben je nog zo'n 6 uur bezig. Wij, passionele brouwers, hebben dat er graag voor over.
Wij beginnen met het inzetten van de giststarter. Dit moet zo steriel mogelijk gebeuren. We nemen een forse pul en vullen die met kraanwater (Bij ons in Tilburg
is dat van goede samenstelling; dit is erg belangrijk) van ongeveer 20 graden. Hierbij doen we een heel zakje gist. Dit zetten we afgesloten weg. Over een uur of 5 hebben we het nodig. Vervolgens schroten wij de mout in een koffiemolen. We zetten water op, verwarmen dit tot 40°C en voegen de geschrote mout eraan toe. Het mengsel is nu wort geworden. Nu moeten we de temperatuur geleidelijk laten oplopen. Technisch gezien zullen er enzymen in werking gaan treden die aanwezig waren in de mout. Elk van deze enzymen heeft een eigen optimum temperatuur: onder deze temperatuur werkt hij nauwelijks (maakt hij nauwelijks moutsuikers vrij uit uit de mout) en erboven denatureert hij (gaat hij dood). Het is dus zaak om gedurende het hele proces de temperatuur goed in de gaten te houden.
Achtereenvolgens verrichten we de volgende handelingen:
- verwarmen tot 52°C met 1 graad per minuut.
- 30 minuten laten trekken in de oude deken. af en toe roeren.
- verwarmen tot 65°C met 1 graad per minuut.
- 20 minuten laten trekken in de deken; af en toe roeren.
- verwarmen tot 72°C met 1 graad per minuut.
- 30 minuten wachten.
- verwarmen tot 78°C met 1 graad per minuut.
- 15 minuten wachten (laten bezinken).
- de andere helft van het water tot 78°C verwarmen.
Nu moet het gefilterd worden. We leggen de zeef over het vat en een katoenen doek daarin. We gieten de inhoud van de pan over in het vat. Een deel van de bostel (=afgewerkte mout) scheppen we erin als filterbed. Dan gieten we het andere water
erbij. Nu gieten we alles weer terug in de grote pan en laten het 1,5 uur hard koken.
Als het even heeft gekookt voegen we de hop toe. Na 1,5 uur halen we de pan van het gas en zetten hem weg in een bad van koud water. Na weer een uur of 3 is de wort koud (20°C) en zijn de eiwitten bezonken. Nu hevelen we de wort van dat bezinksel af in het gistingsvat en voegen de giststarter toe. We sluiten het vat af. Na een week of drie proeven we het bier. Als er nog te weinig smaak aan zit voegen we extra suiker (kristalsuiker, basterdsuiker) toe en laten het verder gisten. Na 4 tot 5 weken is het meestal klaar om gebotteld te worden. Meestal voegen we nog een theelepeltje suiker toe voor hergisting op de fles.